Besluit Energieplanning
Op 14 mei keurde
de Vlaamse regering het besluit inzake energieplanning voor ingedeelde
energie-intensieve inrichtingen en tot wijziging van het besluit
van de Vlaamse regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling
van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning en het
besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende de algemene
en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, afgekort het
besluit energieplanning (pdf. bestand; 30kB), (Belgisch Staatsblad
16 juli 2004) goed. Dit besluit trad in werking op 14 oktober 2004
en legt een aantal verplichtingen met betrekking tot energie-efficiëntie
op aan ingedeelde energie-intensieve inrichtingen.
Met het besluit energieplanning wordt uitvoering gegeven aan de
Europese IPPC (Integrated Pollution Prevention and Control)-richtlijn
(96/61/EC), die de lidstaten verplicht om in het kader van de milieuwetgeving
ervoor te zorgen dat zowel de uitbating van de inrichting als bij
de vergunningsaanvraag voor een nieuwe inrichting rekening wordt
gehouden met de energie-efficiëntie van de installaties.
Opstellen van de energiestudie en het energieplan
Zowel energieplannen als energiestudies worden opgesteld door energiedeskundigen, die aanvaard zijn door het Vlaams Energieagentschap (VEA).Het is de exploitant die een aanvraag tot aanvaarding indient bij VEA. VEA wordt bij de beoordeling van de kandidaat-energiedeskundige bijgestaan door het Verificatiebureau (VBBV).
Het Energieplan, voor wie?
- Bestaande inrichtingen met een jaarlijks primair energiegebruik groter dan of gelijk aan 0,5 PJ dienen voor 1 januari 2005 in het bezit te zijn van een conform verklaard energieplan.
- Inrichtingen met een gebruik tussen de 0,1PJ en 0,5PJ, dienen hun energieplan mee te sturen bij de eerstvolgende aanvraag tot hernieuwing van hun milieuvergunning. De maatregelen in het energieplan met een IRR van meer dan 15% moeten uiterlijk 3 jaar na de toekenning van de milieuvergunning uitgevoerd worden.
De Energiestudie, voor wie?
Voor nieuwe inrichtingen met een totaal jaarlijks energiegebruik van tenminste 0,1PJ of bij een wijzigingen aan een bestaande installatie, moet bij de vergunningsaanvraag een energiestudie gevoegd worden.Wat voor bedrijven die toegetreden zijn tot het benchmarkingconvenant?
Een energieplan, goedgekeurd in het kader van het benchmarkingconvenant, geldt als conform verklaard energieplan voor de toepassingen van het besluit energieplanning.Wanneer een nieuwe inrichting of belangrijke wijzigingen aan een bestaande inrichting opgenomen zijn in een energieplan dat goedgekeurd werd in het kader van het benchmarkingconvenant – dan geldt dit energieplan ook als energiestudie voor de toepassingen van het besluit energieplanning.
Bij de hervergunningsaanvraag van een bestaande installatie moet alleen het “openbaar passief verslag” van het energieplan meegestuurd worden. Het detailrapport van het energieplan blijft in het bedrijf en ligt ter inzage van de adviserende overheidsinstanties.
Let op: binnen het benchmarkingconvenant is het toegelaten een geplande maatregel te vervangen door een andere, die hetzelfde besparingsresultaat geeft. De milieu-inspectie aanvaardt dit niet voor het energieplan van het besluit energieplanning. In dergelijk geval dient men het energieplan tijdig te veranderen en opnieuw goed te laten keuren door het Verificatiebureau.
Verdere info
Voor verdere informatie, procedures en documenten verwijzen wij u naar de website van Administratie Energie www.energiesparen.be, klik op Vlaams energiebeleid en klik op besluit energieplanning.Laatste aanpassing: 22/12/2015
© 2007 - 2020 | Energiebenchmarking in Vlaanderen
design by webnet. multimedia services